Vakantiegangers!

Onlangs schreef ik in een weekbulletin voor mijn team een vergelijking tussen teamleden en mensen die op vakantie gaan. Ik denk namelijk dat er een parallel is tussen de manier waarop je op vakantie gaat en hoe je omgaat met veranderingen in je werk. Heb nul onderzoek gedaan overigens :)

 

Als het gaat over op vakantie gaan heb je mensen die niet gaan. Dat kán te maken hebben met het gegeven dat thuis alles lekker bekend, geregeld en comfortabel is. No stress, veel rust, helemaal prima.

Je hebt ook mensen die daar dicht tegen aan zitten en al tien jaar naar dezelfde camping in de Dordogne gaan. Wel even eruit, wel even iets anders, maar toch vertrouwd. Soort uit-en-toch-thuis-gevoel. Hoe fijn is dat!

De derde groep (ik denk wel een grote groep) gaat ieder jaar naar een andere plek. Dat wordt wel goed voorbereid! Het ene jaar Spanje, dan Kroatië en vervolgens Noorwegen. Nieuwe indrukken, dynamische vakantie, maar één keer dezelfde plek is wel genoeg. Steeds weer een nieuwe uitdaging nodig?

De laatste groep zijn de backpackers slash adventure holiday-vierders. We gaan lekker weg en we zien wel waar we uitkomen. Waar en of we vannacht slapen weten we nog niet, maar het komt vast goed! Als de adrenaline maar blijft gieren dan is het oké.

En al deze mensen zitten ook in je team en met al deze mensen wil én kan je werken aan de teamvisie. Vraagt wel leiderschap.

 

Puzzelstukjes

 

Waarom puzzelstukjes als logo? Dat heeft alles te maken met deze blog.

Toen ik nog in dienst was van een VO-school mocht ik, in het kader van Passend Onderwijs, een cluster 4- en Reboundvoorziening opzetten. De school had door dat hun wat ongedurige adjunct-directeur een nieuwe uitdaging nodig had.

De beleidsmedewerker had de formele kanten van de voorziening goed geregeld en ik mocht dagelijks leiding gaan geven aan de voorziening en van de grond af gaan nadenken over lessen, vakken, begeleidingsplannen, samenwerking met externen, materialen, huisvesting en last-but-not-least het pedagogisch-didactisch klimaat. Voorwaar geen sinecure.

Gewend als ik was aan “gewone” vmbo, havo en vwo-leerlingen, waren leerlingen met PDD-NOS i.c.m. ADHD, met Asperger, ODD, DCD of een andere gedragsstoornis voor mij vrijwel onbekend. Die leerlingen zaten tot dan toe in het speciaal onderwijs. Eerlijk gezegd vond ik het best lastig om te doorgronden wat al die verschillende leerlingen precies nodig hebben om goed te functioneren en aan te sluiten bij hun mogelijkheden.

Inzetten van ieders kwaliteiten heb ik daar en toen geleerd. De onderwijs-assistent had veel beter door wat de leerlingen nodig hadden dan ik. De docent was soms veel doortastender richting leerlingen dan ik, de secretaresse had veel sneller een goede begeleidingscyclus op papier dan ik. Als ik alléén de voorziening had moeten opzetten was het jammerlijk mislukt.

We deelden wekelijks (en eigenlijk dagelijks) met elkaar waar we tegen aan liepen (Hoe voorkomen we dat een leerling met een mes binnenkomt? Hoe zorgen voor een goede organisatie van de medicatie? Is die boksbal voor opgefokte leerlingen nu effectief of wordt de agressiviteit alleen maar erger? Wie van de kerndocenten is in staat zowel Frans als scheikunde aan een vwo-er te geven? Hoe zorgen we voor een goede verbinding met het reguliere onderwijs?) en maakten met elkaar afwegingen en keuzes. We schreven werkendeweg met elkaar beleid. Iedereen was belangrijk in dit proces. Ieder had en pakte zijn rol. Geweldige, leerzame ervaring! Een ontwikkeling lukt alleen als je ieders kwaliteiten waardeert en benut. Wat je er op deze manier gratis bijkrijgt is dat er een gezamenlijke drive ontstaat om er iets moois van te maken.

Ook de leidinggevende is maar een puzzelstukje in het geheel. Onmisbaar maar wel maar een stukje.

 

 

De zeemeeuw

De interim manager wordt nogal eens vergeleken met een schreeuwende zeemeeuw. Hij komt schreeuwend aanvliegen, maakt veel rommel, poept de boel onder en vertrekt al schreeuwend weer.

De vergelijking is niet vreemd, hoewel niet altijd terecht.

Terecht is de vergelijking als je een interimmer hebt ingehuurd die inderdaad veel herrie maakt, grote verhalen vertelt met een gezicht van “ik heb alles onder controle en ik ga dit varkentje wel eens eventjes wassen”. Deze interimmer houdt indrukwekkende speeches en organiseert wervelende teamsessies. Het team is (schijnbaar) enthousiast en lijkt grote stappen voorwaarts te zetten.

Na een paar maanden vertrekt de interimmanager. Met hem verdwijnt ook alles wat in gang is gezet. Onderling is al gauw afgestemd dat de plannen niet haalbaar zijn en er toch ook open eindjes aan zitten die niet goed af te hechten zijn.

Wat gaat er verkeerd?

Een interventie van een interim manager zal alleen beklijven als de interventie aansluit bij de organisatiewaarden en ingebed is in de normale werkwijze van een team. Daarbij zal een interventie echt even de tijd moeten krijgen om zich te bewijzen als de interim manager er nog is. Na een paar maanden kan er wezenlijk niets veranderd zijn. Verder ( en dat heeft ook met het eerste punt te maken) moet de manager ná de interimmer ook zijn werk kunnen gaan doen zonder erfenis van een opgeblazen circus.